Een jaar geleden schreef ik in het Tijdschrift Tekstblad over jongerenwerkers die in kennismakingsgesprekken in de preventieve verslavingszorg gebruik maken van ‘minimaliserende probleembeschrijvingen’. Met die omschrijvingen (‘ik hoorde dat je af en toe een jointje rookt’) werd het mogelijk problematische middelengebruik van een cliënt klein gemaakt. In het artikel stelde ik vast dat dit minimaliserende taalgebruik in een kennismakingsgesprek heel functioneel kan zijn, omdat het in staat stelt een ‘voet tussen de deur’ te krijgen bij een jongere. In de gesprekken in de preventieve verslavingszorg was dit buitengewoon belangrijk, omdat de jongerenwerkers gesprekken voerden met jongeren die in veel gevallen nog niet meteen doordrongen waren van het feit dat ze mogelijk een probleem hadden (zie ook de bijdrage ‘Waarom je je oordeel uit moet stellen‘).

In het afgelopen jaar heb ik samen met een groep masterstudenten een aantal consultatiegesprekken onder de loep genomen. De consultatiegesprekken zijn de afgelopen jaren op verschillende locaties in Nederland opgenomen met verschillende verpleegkundigen en artsen. Wat we in de analyses van die gesprekken hebben gezien deed me sterk denken aan het artikel over minimaliserend taalgebruik: het betreft de rol van ‘geoptimaliseerde vragen’. In wetenschappelijke studies in de conversatieanalyse wordt een geoptimaliseerde vraag vaak aangetroffen in gesprekken in de zorg. De vraag is zo vormgegeven dat ze uitnodigt tot een bevestigend (ja) antwoord. Voorbeelden van geoptimaliseerde vragen in consultatiegesprekken zijn bijvoorbeeld: ‘eet ze goed?’, ’tanden poetsen gaat ook goed?’, ’tandarts tevreden?’, ‘speelt lekker met andere kindertjes?’. Wat deze vragen gemeenschappelijk hebben is dat ze allemaal positief geformuleerd zijn. Daarnaast is er ook een andere gespreksregel van kracht: de grammaticale structuur van deze vragen sorteert sterk voor op een bevestigend antwoord. Vaak worden deze vragen achtereenvolgens, als een lijstje ‘afgewerkt’ tijdens het gesprek met de ouder. De kracht van de gespreksregel die om een bevestigende respons vraagt maakt dat wanneer de ouder een ander antwoord zou willen geven, dit meer moeite kost. Denk bijvoorbeeld aan een situatie waarbij het tandenpoetsen bij het kindje problemen oplevert. Als ouder moet je in het gesprek meer werk verrichten om aan die sterke gespreksregel voorbij te gaan.

Samen met de studenten hebben we de vraag gesteld of dergelijke geoptimaliseerde vragen (ze dragen een positieve vooronderstelling) in gesprekken in de zorg wel zo ‘optimaal’ werken. Waarom zou je geen alternatieve hoe vraag stellen die de vraag voorlegt ‘hoe gaat het tandenpoetsen? Dat soort discussies zijn ook voor JGZ verpleegkundige van belang: bijvoorbeeld omdat de geoptimaliseerde vragen tijdens het gesprek best eens een barrière op kunnen werpen om mogelijke problemen kenbaar te maken.

Related Projects
Contact Us

We're not around right now. But you can send us an email and we'll get back to you, asap.

Not readable? Change text. captcha txt